Het is ongeveer tien jaar geleden en we zijn in het Pesthuys Theater in Maastricht, 55 met rode stof beklede stoelen, een houten vloer en een grid vol prachtige theaterverlichting in groen, rood, geel en blauw, maar ze zijn uit want de tl-lampen zijn aan. Aan het woord is Tim. Tim is een vrolijke man van begin veertig, hij heeft kort donker haar en hij draagt een zwart vest en een duidelijke bril. Tim is mijn eerste theaterdocent. Op Tim na ben ik de enige man in de groep van ongeveer tien enthousiastelingen die zich hebben opgegeven voor een cursus theatersport, ofwel improvisatietheater. Van binnen sta ik te pompen van energie, want ik weet — dit wordt leuk. Op dat moment wil ik eigenlijk maar een paar dingen, ik wil graag zoenen met een van de meisjes in de groep, ik wil het podium op en ik wil goed worden. Dat ik op dat moment met mijn zeventienjarige hoofd nog niet besef dat ik dat niet ben maakt de herinnering alleen maar leuker.
En daar, op die houten vloer, onder die tl-verlichting beginnen we met het leukste en belangrijkste spelletje dat ik in de afgelopen tien jaar heb geleerd — we gaan elkaar cadeautjes geven. Je speelt het spel in tweetallen (A & B) en het werkt als volgt: A beeldt uit dat hij aan B een voorwerp geeft, B zegt vol overtuiging “Dankjewel!” en benoemt wat hij zojuist heeft gekregen. Het is aan B om het eerste te noemen dat in hem opkomt, zonder zichzelf te censureren. Dan geeft B een cadeautje aan A, en weer andersom en zo een stuk of tien keer achter elkaar.
Simpel toch?
Nou! Het eerste noemen wat in je opkomt zonder te censureren is voor ons mensen vaak toch wat lastig. Want ja, je wil natuurlijk wel iets origineels bedenken om creatief over te komen. En als je net een baksteen hebt gekregen, wil je de tweede keer dat je iets krijgt geen baksteen meer ‘bedenken’ maar iets leukers. Of je merkt dat het je toch wat irriteert dat je een duur schilderij uitbeeldt en de ander zegt: “Dankjewel, een bakplaat voor in mijn oven!”. Je deed nog wel zo je best!
Dit spel bestaat al meer dan veertig jaar en komt uit de koker van de in Canada gevestigde improvisatiedocent Keith Johnstone, tevens de bedenker van Theatersport en een schat aan gedachtegoed over improvisatie. Het idee erachter is fantastisch: elk idee van jezelf of van een ander is een cadeautje dat het aanpakken waard is. We moeten dan wel door een aantal van onze eigen blokkades heen. We mogen loslaten dat ons idee origineel en goed moet zijn, wat dat dan ook mag betekenen.
Binnen improvisatietheater heeft dit een aantal voordelen. Allereerst geeft het veel positieve energie om met volle overtuiging “Ja!” te zeggen tegen jouw idee en dat van de ander. Ten tweede geeft het ontspanning. Je staat jezelf toe om te werken met de impulsen in het hier en nu en die als cadeautje te zien. Alles wat er is, is al meer dan genoeg om een scène te improviseren. Dit kunnen we ook buiten de context van theater toepassen. Stel je eens voor dat je vandaag een nieuw plan voor je eigen onderneming wil maken. Je kunt zeggen: “Ik moet vandaag hard aan het werk om iets te bedenken dat origineel is, dat veel impact en betekenis heeft voor andere mensen en dat lekker in de markt ligt en geld oplevert”. Mijn schouders spannen zich al aan als ik dit typ. Dit voelt toch als de marathon lopen met een koelkast op je rug. Vergelijk dit eens met een houding als “Ik ben benieuwd wat voor ideeën mijn hoofd mij vandaag geeft”. Ah… dat is lekker! Dat is als een bestseller schrijven met een cocktail in je hand nadat je uit de sauna komt.
Vanuit die ontspanning komen creatieve ideeën veel makkelijker naar boven en hou je er bovendien veel meer plezier in. Ook is jouw idee voor de ander vaak al lang inspirerend genoeg, alleen heb je dat niet door. In improvisatietheater en daarbuiten maakt het dus niet uit dat jij niet de oorspronkelijke uitvinder van de baksteen bent, zolang je partner er maar een huis mee bouwt. En dat jij daar weer een dak op zet etc.
Dus… ga deze week eens bij jezelf na wanneer je een idee van jezelf wegzet als niet origineel of niet goed genoeg. Kies er eens voor om dat idee met open armen als cadeautje te omarmen en kijk eens of je er iemand anders blij mee kunt maken!
In de volgende blog ga ik nog wat meer in op het belang om de creativiteit van een ander als cadeautje te zien. Voor nu: lekker alle cadeautjes die je hoofd je geeft uitpakken!